RapportTrendanalyses van vogels in de Waddenzee in het kader van de nieuwe gaswinningen over de periode 1990-2011
De onderhavige rapportage betreft de vierde voortgangsrapportage van de monitoring van mogelijke effecten van bodemdaling op de vogels in de Waddenzee.
Deze deelrapportage omvat de analyse van de trends in de aantallen water- en broedvogels in gebieden mét en zónder bodemdaling en in de periode vóór en ná start van de gaswinning (< 2007 en 2007-2011). Wij hebben gepoogd de rapportage kort te houden en zoveel mogelijk te beperken tot nieuwe informatie. Voor details en meer uitleg over de gevolgde werkwijze wordt verwezen naar eerdere voortgangsrapportages (Ens et al., 2012; Wiersma et al., 2010; Wiersma et al., 2011).
In deze deelrapportage zijn de telgegevens van watervogels tot en met het seizoen 2010/2011 en van broedvogels tot en met het broedseizoen van 2011 geanalyseerd. Voor watervogels is een vergelijking gemaakt tussen kombergingen met en zonder bodemdaling door de nieuwe gaswinning (jaar van aanvang is 2006), waarbij telgebieden zo goed mogelijk zijn toegekend aan een bepaalde komberging (Ens et al., 2008b). Voor broedvogels zijn de monitoring plots of kolonies gekoppeld aan de geschatte bodemdaling als gevolg van nieuwe gaswinning en is een onderscheid gemaakt tussen plots met en zonder bodemdaling door nieuwe gaswinning. Na toepassing van de Holm-Bonferroni correctie is er voor geen van de in totaal 29 soorten watervogels en 12 soorten broedvogels een significant verschil in de trends binnen en buiten gebieden met gaswinning na het begin van de nieuwe gaswinning.
- Uitgever
- Sovon Vogelonderzoek Nederland
- Rapportnr
- 2013/21