RapportGanzen- en Zwanentellingen in Zeeland Seizoen 2016/2017
De ganzen- en zwanentellingen in de periode oktober 2016 - maart 2017 werden georganiseerd op de datums van de door Sovon georganiseerde nationale ganzentellingen. Alleen voor de Rotgans was sprake van een deels afwijkend schema; een groot deel van de Rotganzen werd namelijk geteld tijdens de watervogeltellingen georganiseerd door de Waterdienst van Rijkswaterstaat in het kader van het biologisch monitoringprogramma van de zoute rijkswateren. Ook de Grauwe Ganzen in Saeftinghe werden vanwege het getij soms op een afwijkende datum geteld. Deze afwijkende teldata zullen echter nauwelijks tot geen dubbeltellingen teweeg brengen. De telgegevens uit de maanden juli, augustus, september, april, mei en juni zijn voor een groot deel afkomstig uit het monitoringprogramma van de Waterdienst van Rijkswaterstaat. Hierdoor is de informatie in deze maanden alleen voor de Rotgans vrijwel compleet te noemen. Ruiconcentraties van Grauwe-, Brand- en Grote Canadese gans in natuurgebieden worden voor een groot deel geteld, maar de aantallen broedvogels zijn zeker niet compleet. Het voorkomen van de meeste andere soorten ganzen en zwanen het zomerhalfjaar is de afgelopen jaren toegenomen. Populaties van zogenaamde “zomerganzen” worden door de provincie eens in de twee tot drie jaar gemonitord.
De tellingen tijdens de wintermaanden in de binnendijkse gebieden, de Markiezaatskade en een deel van het Krammer-Volkerak werden verricht door vele tientallen vrijwilligers uit diverse vogelwerkgroepen. De tellingen van Oosterschelde, Westerschelde, Veerse Meer en Grevelingenmeer werden verkregen uit het biologisch monitoringprogramma van de Waterdienst van Rijkswaterstaat.
De gegevens zijn vervolgens per soort en regio in een tabel verwerkt. Alle telgebieden in Zeeland zijn toegekend aan een regio (landgebied, bijv. Oost-Zeeuws-Vlaanderen) en indien ze grenzen aan een groot water ook aan een bekken (bijv. Oosterschelde). Een gebied langs de zuidkust van Tholen valt zodoende onder regio Tholen en bekken Oosterschelde. Sommige ganzenpopulaties (vooral Rotgans) blijven vrijwel continue in hetzelfde bekken, maar verplaatsen zich soms over diverse regio’s. Voorts hebben de aantallen die vermeld worden onder Goeree-Overflakkee alleen betrekking op vogels die op de Slikken van Flakkee in het Grevelingenmeer (uitgezonderd Brandgans) zijn geteld.
Per soort wordt achtereenvolgens een korte bespreking van het aantalsverloop en de verspreiding in het seizoen 2016/2017 gegeven. Daarnaast worden de aantallen en de verspreiding vergeleken met voorgaande seizoenen en wordt aandacht besteedt aan het percentage in de ganzenrustgebieden verblijvende vogels. In hoofdstuk 2 wordt hier nader op ingegaan.
- Uitgever
- Sovon Vogelonderzoek Nederland
- Rapportnr
- 2018/40