RapportBroedvogels van Oldematen en Zwarte Water in 2018

Download
Broedvogels van Oldematen en Zwarte Water in 2018
Omslag Broedvogels van Oldematen en Zwarte Water in 2018

In 2018 zijn in opdracht van Staatsbosbeheer Oldematen en de uiterwaarden Zwarte Water en het Meppelerdiep (814 ha) in de kop van Overijssel gekarteerd op broedvogels (kavel OvP2-1 2018). Hierbij zijn de meeste aanwezige soorten geïnventariseerd, met uitzondering van de meest algemene (Winterkoning, Merel, Roodborst, Tjiftjaf, Fitis, Koolmees, Pimpelmees en Vink). Er zijn vijf integrale bezoeken gebracht die meest voor zonsopgang aanvingen. Expliciete nachtbezoeken zijn niet gebracht, maar enkele bezoeken zijn zo vroeg gestart dat nachtvogels waargenomen hadden kunnen worden.

In totaal zijn 78 soorten vastgesteld als broedvogel. Conform de Rode Lijst zijn vier soorten aangemerkt als bedreigd, negen als kwetsbaar en tien als gevoelig. Vanwege het grote aantal: 23 soorten van de Rode Lijst, dat broedt in de Oldematen en met name het Zwarte Water, kunnen deze gebieden worden gezien als van respectievelijk regionaal en nationaal belang. Voor beide gebieden geldt dat het de moerashabitats zijn, die daarbij doorslaggevend zijn. Vanwege de vrij grote natuurlijke dynamiek in het Zwarte water, is er een grote kans dat de situatie, zoals die in 2018 werd aangetroffen, in stand kan worden gehouden. In de Oldematen verliezen soorten van open water, maar ook van diverse verlandingssituaties geleidelijk aan terrein. Dit is een gevolg van de voortschrijdende verlanding van de vele dwarssloten in het gebied. Na het verdwijnen van weidevogels, bestaat er een gerede kans dat op termijn ook soorten van moeras hier verder zullen afnemen. Van de gebieden langs het Meppelerdiep zijn geen oude gegevens beschikbaar en is dus niets te zeggen over ontwikkeling. Deze gebieden waren in 2018 het meest aantrekkelijk voor weidevogels.

In bijgaande PDF treft u geen stippenkaarten aan. Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met jacintha.vandijk@sovon.nl

Uitgever
Sovon Vogelonderzoek Nederland
Rapportnr
2018/55