RapportBroedvogelinventarisatie IJsselmonding 2019
In 2019 werd een groot deel van het Natura 2000-gebied Ketelmeer en Vossemeer en de uiterwaard ‘De Zandjes-west’ nabij Kampen in opdracht van Staatsbosbeheer gekarteerd op broedvogels. In totaal gaat het om 741.3 hectare met voornamelijk rietmoeras en wilgenbos. In het Ketelmeer werden broedvogels van zes eilanden en de oostelijke oeverzone onderzocht. Van het Vossemeer werd alleen de oostzijde in kaart gebracht, inclusief de eilanden ‘poffertjes’ en ‘De Zwaan’. De Zandjes-west, een uiterwaard net ten westen van de Eilandbrug bij Kampen, valt buiten de grenzen van het Natura 2000-gebied.
Aan alle gebiedsdelen werden vijf bezoeken gebracht, die meestal voor zonsopgang begonnen. In overleg met de opdrachtgever mocht vanwege de lastige toegankelijkheid van het gebied tot aan het begin van de middag doorgewerkt worden. Expliciete nachtbezoeken zijn niet gebracht, maar enkele bezoeken zijn zo vroeg gestart dat nachtvogels waargenomen hadden kunnen worden.
In totaal werden 81 soorten vastgesteld als broedvogel. Conform de Rode Lijst zijn twee soorten aangemerkt als bedreigd, zeven als kwetsbaar en acht als gevoelig. De IJsselmonding heeft als Natura 2000-doelsoorten het Porseleinhoen, de Roerdomp en de Grote Karekiet. Naast deze soorten is het landelijk gezien het belangrijkste gebied voor Buidelmees.
Vergeleken met karteringen uit 2003 en 2004 zijn vooral riet- en ruigtevogels toegenomen. De successie van het wilgenbos in het Ketelmeer faciliteerde de vestiging van meer roofvogels en andere boombroeders. De eilanden van het Ketelmeer verloren hun pionierssoorten weer: broedende plevieren, steltlopers en meeuwen zijn hier verleden tijd. Grote Karekiet en Buidelmees, waarvoor de IJsselmonding tegenwoordig het belangrijkste bolwerk is, laten een afname zien. Die kan echter niet los van grotere populatie-dynamische processen gezien worden.
- Uitgever
- Sovon Vogelonderzoek Nederland
- Rapportnr
- 2019/40