RapportBroedvogelinventarisatie Duivelsberg 2019
In 2019 is in opdracht van Staatsbosbeheer het 164,3 hectare metende Duivelsberg-complex op de stuwwal ten oosten van Nijmegen op alle soorten broedvogels gekarteerd.
Het onderzoeksgebied is opgedeeld in de deelgebieden Wylerberg (50 ha), Duivelsberg (78 ha), Eversbos (25 ha) en Vossenberg (11 ha). Aan het hele gebied zijn vijf integrale bezoeken en aanvullende avond/nachtbezoeken gebracht.
De broedvogelbevolking van het onderzoeksgebied is rijk en divers. In totaal zijn 1134 territoria vastgesteld, verdeeld over 53 soorten. De talrijkste broedvogels zijn Vink (96 territoria), Roodborst (93) en Winterkoning (90).
Veertien vastgestelde broedvogels staan op de Rode Lijst (8 met de status gevoelig en 6 kwetsbaar). Veel kwalificerende soorten van het aan een groot deel van het onderzoeksgebied toegekende SNL-beheertype N15.02, dennen-, eiken- en beukenbos, zijn goed vertegenwoordigd. Denk daarbij aan soorten als Wespendief, Middelste Bonte Specht, Kleine Bonte Specht, Zwarte Specht, Boomklever en Appelvink.
Bij andere SNL-beheertypen, die een veel geringer deel van het gebied beslaan, is dat niet het geval. Bij SNL-type N12.05, kruiden- en faunarijke akker, ligt dat voor de hand omdat veel kwalificerende soorten gebonden zijn aan open landschap en opgaand geboomte mijden.
Enkele aspectbepalende soorten als Glanskop en Grote Lijster behoren niet tot de kwalificerende soorten van de toegekende SNL-beheertypen, maar zijn wel kenmerkend voor respectievelijk het goed ontwikkelde loofbos en het relatief forse oppervlak aan bosranden. De in Nederland in opmars zijnde Raaf en Oehoe zijn enige malen vastgesteld, maar broeden nog niet in het gebied. Een vestiging op enige termijn wordt niet uitgesloten.
Voor een aantal vogelsoorten van het onderzoeksgebied was 2019 een goed jaar. Bij Bosuil en Kerkuil zal de goede muizenstand binnen en buiten het bos een grote rol spelen. Opvallend was verder de terugkeer van de Spreeuw en het opvallend hoge aantal Bonte Vliegenvangers. Veel ‘gewone’ bosvogels laten in het best gemonitorde deel van het gebied –de Wylerberg- echter een afname zien.
Bezien over het hele onderzoeksgebied speelt dat minder. Wel zijn een aantal ook op landelijke schaal afgenomen soorten als Fluiter, Matkop, Tuinfluiter en Zomertortel afgenomen of verdwenen.
De dichtheid van bosvogels in het gebied in 2019 is vergeleken met het in 2016 berekende gemiddelde voor broedvogels van bossen in het rivierengebied. Voor veel soorten pakt die vergelijking gunstig uit.
- Uitgever
- Sovon Vogelonderzoek Nederland
- Rapportnr
- 2019/47