RapportWatervogels in het Lauwersmeer in het seizoen 2018/2019
Al sinds de afsluiting van de voormalige Lauwerszee in 1969 worden in het Lauwersmeergebied watervogeltellingen uitgevoerd, waarover sinds 1971 jaarlijks wordt gerapporteerd. Deze tellingen worden uitgevoerd door een vaste groep tellers in samenwerking met Staatsbosbeheer. Sinds het seizoen 2007/08 verzorgt Sovon jaarlijks de rapportage. Dit rapport vat de resultaten van de maandelijkse watervogeltelingen in het seizoenen 2018/2019 samen en beschrijft de trends en seizoenspatronen van een groot aantal soorten, waaronder de Natura 2000-soorten.
Er werden in totaal 256.776 watervogels geteld, verdeeld over 100 monitoringsoorten. Met name maart springt eruit met een fors hoger aantal vogels. Dit heeft vooral te maken met het grote aantal Brandganzen (22.469) en in zekere mate ook met het uitzonderlijk grote aantal Bonte Strandlopers (2604). Met de aanwezigheid van bijna 12.000 Brandganzen wordt ook het maandtotaal van mei opgestuwd.
De N2000-soorten die een toename laten zien zijn Brandgans, Grauwe Gans, Wilde Zwaan, Bergeend, Slobeend, Krakeend, Kuifeend, Aalscholver, Zeearend, Kluut, Goudplevier en Bontbekplevier. Voor de meeste soorten komt dit overeen met het landelijke beeld, maar dat geldt niet voor Kuifeend, Kluut en Goudplevier die landelijk stabiel zijn of afnemen. Soorten die in het Lauwersmeer een afname laten zien, maar dat landelijk juist niet doen zijn Kolgans, Smient, Pijlstaart, Dodaars en Reuzenstern.
Voor wat betreft kwalificerende aantallen (≥ 1%-norm) zijn er zes soorten die daaraan voldoen op basis van de maximumaantallen in het seizoen 2018/2019, namelijk: Brandgans, Slobeend, Krakeend, Pijlstaart, Lepelaar en Grutto.
- Uitgever
- Sovon Vogelonderzoek Nederland
- Rapportnr
- 2020/14