RapportGeïntegreerde populatie-analyse van vijf soorten kustbroedvogels in het Zuidwestelijk Deltagebied

Omslag Geïntegreerde populatie-analyse van vijf soorten kustbroedvogels in het Zuidwestelijk Deltagebied

Het Deltagebied in ZW-Nederland, inclusief gebieden in aangrenzend België, is van groot nationaal en internationaal belang voor ‘kustbroed­vogels’ (Strand- en Bontbekplevier, Kluut en diverse soorten sterns en meeuwen), waaronder veel soorten van de Rode Lijst. Economische activiteit, kustverdediging en intensief recreatief gebruik veroorzaken grote druk op de natuur­waarden in de regio, maar er vinden ook allerlei voor de natuur positieve ontwikkelingen plaats. Dit alles vraagt om goede monitoring van de ontwikkeling van vogelpopulaties. Door zo’n ‘vinger aan de pols’ niet te beperken tot de aantallen vogels maar daarbij ook informatie te betrekken over de demografie (broedsucces en sterfte/overleving) wordt een eerste stap gezet naar het achterhalen van oorzaken van waargenomen aantalsveranderingen, wordt een vroegtijdiger signalering mogelijk van demografische veranderingen die pas met enige vertraging tot uiting komen in de aantallen, en kunnen source- en sink-situaties worden herkend. Op initiatief van Vogelbescherming Nederland en de Provincie Zeeland is in de afgelopen jaren gewerkt aan meer inzicht in de gezondheids­toestand van populaties van kustbroedvogels in de Zuid­westelijke Delta.

Deze studie bouwt hierop voort en omvat een geïntegreerde analyse van de beschikbare gegevens over de demografie van vijf voor de Zuidwestelijke Delta karak­teristieke broedvogelsoorten: Kluut, Visdief, Grote Stern, Zilvermeeuw en Kleine Mantelmeeuw. Hiertoe zijn gegevens over de aantalsontwikkeling, reproductie­succes en jaarlijkse overlevingskansen geanalyseerd en geïntegreerd in populatie­modellen. Ook zijn gegevens bewerkt over uitwisseling van individuen tussen deelgebieden of -populaties. In aparte hoofdstukken wordt geïnventariseerd welke druk- en stressfactoren in het Zuidwestelijk Deltagebied inwerken op deze soorten, in hoeverre dit is te herkennen in de demografische gegevens, en wat dit betekent voor beleid en beheer. De studie is gezamenlijk uitgevoerd door onderzoekers van Sovon, Deltamilieu Projecten, het Vogeltrek­station (NIOO-KNAW), het Vlaamse Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO), Buijs EcoConsult en Bureau Waardenburg.

Voor drie (Kluut, Visdief, Grote Stern) tot vier (Zilvermeeuw) van de vijf onderzochte soorten is een laag broedsucces het belangrijkste demografische knelpunt voor de populatieontwikkeling in de Zuidwestelijke Delta. Bij de twee soorten sterns en Kluut lijkt de overleving op niveau te zijn, maar is het broedsucces laag in vergelijking met studies elders, en maar net voldoende tot ruim onvoldoende (Kluut) om de eigen sterfte te compenseren. Voor de twee grote meeuwensoorten is over demografische knelpunten nog geen uitspraak mogelijk totdat meer reproductiegegevens voorhanden zijn, maar we hebben nu wel overlevingsschattingen waarmee die dan ook zijn te duiden. Meeuwenkolonies in haven- en industriegebieden staan onder druk door ontwikkeling van terreinen en actieve bestrijding. Deze leiden tot gedwongen verhuizingen die de druk vergroten op de alternatieve broedplaatsen in stedelijk gebied (met overlast voor menselijke bewoners) en elders in de gehele Delta (leidend tot predatie en verdringing van andere soorten). Adequaat beheer van de grote meeuwenkolonies is dus van belang voor alle soorten kustbroedvogels.

Beleid en beheer voor kustbroedvogels in het Zuidwestelijk Deltagebied zullen zich vooral moeten richten op het verhogen van het reproductiesucces, door het verminderen van de belangrijkste geconstateerde drukfactoren: vegetatiesuccessie op broedplaatsen, toenemende predatiedruk, en aspecten van klimaatverandering waaronder het uitdrogen van leefgebieden en toenemende peilfluctuaties door gepiekte neerslag en zomerstormen.

Details van de analyses van gegevens van geringde vogels tot schattingen van de jaarlijkse overlevingskansen zijn opgenomen in Bijlagen 1-4.

Excel-tabellen met een overzicht van DPSIR evaluaties van drukfactoren per soort vindt u hieronder:

Bijlage 5: Kluut 
Bijlage 6: Visdief 
Bijlage 7: Grote Stern 
Bijlage 8: Zilvermeeuw  
Bijlage 9: Kleine Mantelmeeuw

Uitgever
Sovon Vogelonderzoek Nederland
Rapportnr
2021/03, CAPS-rapport 2021/01