RapportBroedvogels in Nederland in 2020

Download
Broedvogels in Nederland in 2020
Omslag Broedvogels in Nederland in 2020

Dit rapport vat de belangrijkste resultaten samen van het landelijke Meetnet Broedvogels in 2020. De organisatie is in handen van Sovon Vogelonderzoek Nederland in samenwerking met het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS, verantwoordelijk voor de kwaliteitsbewaking). Deze rapportage is samengesteld in het kader van het Netwerk Ecologische Monitoring (NEM). In het NEM werken overheidsorganisaties samen aan een efficiënte inwinning van natuurgegevens ten behoeve van natuurbeleid. Het Meetnet Broedvogels en daaraan verbonden (regionale) meetnetten worden financieel mogelijk gemaakt door het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV), Rijkswaterstaat en BIJ12, de werkorganisatie van de provincies. Dit rapport is het 18e op rij waarin we verslag doen van de verschillende onderdelen van het meetnet. Het rapport bestrijkt zowel algemene als zeldzame soorten (Broedvogel Monitoring Project, BMP), evenals kolonievogels. Deelprojecten van het BMP zijn o.a. het Meetnet Boerenlandvogel, het Meetnet Zoete Rijkswateren en het Meetnet Kustbroedvogels Wadden. Daarnaast zijn de speciale meetnetten voor stadsvogels en broedvogels van het agrarisch gebied inbegrepen (Meetnet Urbane Soorten, MUS resp. Meetnet Agrarische Soorten, MAS), en worden de gegevens over (veranderingen in) broedsucces gebruikt die worden verzameld via het Meetnet Nestkaarten. Overleving en broedsucces van kleine zangvogels, die worden gevolgd met het Constant Effort Sites (CES) meetnet (Vogeltrekstation/Sovon, geen onderdeel van NEM), worden ook meegenomen in dit rapport.

Na een bespreking van methode en materiaal (hoofdstuk 2) en de weersomstandigheden en waterstanden in 2020 (hoofdstuk 3) komen de belangrijkste ontwikkelingen bij broedvogels in dat jaar aan de orde, waarbij er ook speciale aandacht uit gaat naar de provinciale meetnetten en trends (hoofdstuk 4). Tabel 4.1 geeft een overzicht van getelde aantallen en schattingen van de kolonievogels en zeldzame broedvogels. De landelijke indexen staan in bijlage 2 en zijn, net als de provinciale indexen, tevens beschikbaar via de website van Sovon (sovon.nl/soortinformatie). Hetzelfde geldt voor de trends en aantalsinformatie op de schaal van de Natura 2000-gebieden. In hoofdstuk 5 worden de soorten besproken, waarbij er dit jaar meer aandacht is voor de ontwikkelingen op landschapsniveau en de soorten over de volgende landschapstypes zijn verdeeld: boerenland, bos, duin en heide, urbaan gebied, zoete wateren en zoute wateren.

Materiaal en methode

Het veldwerk is grotendeels uitgevoerd door vrijwilligers, met belangrijke aanvullingen van professionele vogelaars werkzaam voor onder meer terreinbeherende instanties, provinciale diensten, Rijkswaterstaat en Sovon (figuren 2.2, 2.3, tabel 2.2). Soortspecifiek (landelijk) onderzoek, uitgevoerd door werkgroepen en particulieren, vormt een belangrijke ondersteuning (tabel 2.3). Het veldwerk geschiedt volgens de richtlijnen in de handleiding (Vergeer et al. 2016). De coördinatie van de meetnetten is in handen van Sovon. Wat betreft kolonievogels en zeldzame broedvogels wordt er nauw samengewerkt met (vrijwillige) Districtscoördinatoren. Bij de trendberekening door het CBS wordt gebruik gemaakt van het programma RTRIM (Trends & Indices for Monitoring data), waarbij inschattingen worden gemaakt voor ontbrekende data.

Belangrijkste ontwikkelingen in 2020

Op de lange termijn laten 80 soorten (40%) een sterke of matige afname zien en 95 soorten (48%) een sterke of matige toename. De overige soorten bleven stabiel (22 soorten; 11%) of hadden een onzekere trend (Dwergmeeuw). Op de korte termijn namen 55 soorten af (28%), 84 soorten toe (42%) en de overige waren stabiel (37 soorten, 19%) of hadden een onzekere trend (22 soorten; 11%, incl. de ‘uitgestorven’ soorten: Duinpieper, Klapekster en Ortolaan).

De winter van 2019/20 was de op één na zachtste sinds het begin van de metingen in 1901 met daaropvolgend de zonnigste lente tot dan toe gemeten. Die was niet alleen zeer zacht maar ook erg droog; gemiddeld over het land viel er 77 mm neerslag (normaal gemiddeld 172 mm), vrijwel allemaal in de eerste twee weken van maart. Ook de zomer was zeer zonnig en warm, met een normale hoeveelheid neerslag en een uitzonderlijk lange hittegolf in augustus.

Ondanks de zachte winter nam het aantal Kleine Zilverreigers af (2019: 67-75, 2020: 50-60). Hieruit blijkt wel dat winters weer niet de enige bepalende factor is in de aantalsontwikkeling; broedsucces en nestgelegenheid zullen ook een rol spelen. Dat zien we bijvoorbeeld terug bij Grauwe Klauwier. Door de droge zomers van de afgelopen jaren slaagden veel nesten al vroeg in het seizoen, vlogen de jongen vermoedelijk met een goed gewicht uit en hadden ze lang de tijd gehad om op te vetten voor de trek. Dit vergroot hun overlevingskansen, waardoor de populatie toeneemt.

Enkele van de grootste winnaars in 2020 zijn relatieve nieuwkomers in ons land. In chronologische volgorde: Middelste Bonte Specht, Oehoe, Kraanvogel, Cetti’s Zanger, Zeearend, Witwangstern en Pontische Meeuw. Al deze soorten bereikten in 2020 een recordaantal, net als Grauwe Kiekendief (80 paren) en Rode Wouw (20 paren). Bij soorten die sinds jaar en dag in ons land nestelen, waren er ook positieve berichten. De Ooievaar zette zijn langdurige toename door met in 2020 rond de 1200-1300 paren. De Roerdomp profiteert regionaal van natuurontwikkeling en de indexwaarde laat vanaf 2008 vrijwel jaarlijks een hogere waarde zien (2020: 530-610 paren). Daarnaast profiteren veel soorten waarschijnlijk van de al enige jaren aanhoudende neerslag in grote delen van de Sahel, zoals Snor, Gele Kwikstaart, Blauwborst, Gekraagde Roodstaart, Rietzanger, Bosrietzanger, Kleine Karekiet, Braamsluiper, Grasmus, Purperreiger, Woudaap en Draaihals. Bij de Torenvalk is het aannemelijk dat het betere jaar 2020 het gevolg is van een goed voedselaanbod was voor de jongen een jaar eerder (muizenjaar). Verder, was er een opleving te zien bij de Patrijs, maar waar die door veroorzaakt was minder goed te verklaren.

In het rijtje van verliezers staan soorten die we wellicht als broedvogel gaan verliezen: Kemphaan, Europese Kanarie en Buidelmees. Dramatisch is de afname van Kleine Barmsijs en de Grauwe Gors is inmiddels geen jaarlijkse broedvogel meer. De Eider zette de negatieve lange termijn-trend door, net als de Noordse Stern. Het is niet duidelijk wat er aan het relatief lage aantal Goudhanen ten grondslag ligt. De index-waarde lag een kwart onder het, redelijk stabiele, niveau van 2015-19. Van de 100-130 paren Velduilen uit het topjaar 2019 waren er in 2020 slechts 10-20 over waarmee het niveau van voor de piek weer werd opgepakt (2015-18: 10-25). De aantallen van Kruisbek en Sijs staan bekend om hun fluctuaties, al valt het (met name bij Sijs) op dat de hoge pieken uit de jaren negentig recent niet meer gehaald worden. Ook bij de Porseleinhoen en Kwartelkoning wisselen goede en mindere jaren elkaar af, maar bij die laatste blijven goede jaren tegenwoordig uit. Jaarlijkse fluctuaties zijn ook bekend van Steltkluut, waarbij de lage aantallen in 2020 mogelijk een gevolg waren van de droogte in het voorjaar. Hetzelfde geldt voor Roodhalsfuut en Geoorde Fuut (laagste aantal in 10 jaar tijd).

De meeste provincies hebben een eigen meetnet, doorgaans gericht op agrarische vogelsoorten. Tezamen met de reguliere broedvogeltellingen maakt dit de berekening van provinciale trends mogelijk bij een groot aantal soorten. De provinciale trends differentiëren het landelijke beeld. In totaal gaat het om 1235 trends van 164 soorten. Van acht provincies zijn betrouwbare trends beschikbaar van meer dan 100 soorten, enkele trends zijn voor iedere provincie beschikbaar vanaf 1990 (Blauwe Reiger, Kerkuil, Oeverzwaluw). Het aantal Putters neemt vrijwel overal op de lange termijn toe (m.u.v. Flevoland: stabiel) met de sterkste groei in de provincies die later bezet werden: Drenthe, Limburg, Noord-Brabant, Friesland en Overijssel.

Uitgever
Sovon Vogelonderzoek Nederland (Nijmegen)
Rapportnr
2022/05
Source
import1402