RapportBeoordeling Staat van Instandhouding jachtsoorten (vogels)
Het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) heeft Sovon Vogelonderzoek Nederland verzocht om de staat van instandhouding te bepalen van de drie vogelsoorten die in Nederland zijn geplaatst op de wildlijst. Onder staat van instandhouding wordt de ‘duurzaamheid’ van de populatie van een bepaalde soort verstaan.
Het voorliggende rapport beschrijft de staat van instandhouding van Fazant, Houtduif en Wilde Eend. Omdat het bij de Houtduif en de Wilde Eend om verschillende populaties gaat – de broedpopulatie en de doortrekkende en overwinterende populatie – worden van deze twee soorten beide populaties beoordeeld.
De beoordeling geschiedt conform een systematiek die door de Europese Commissie is ontwikkeld in het kader van de Habitatrichtlijn. De staat van instandhouding wordt bepaald voor de aspecten Verspreiding, Populatie, Leefgebied (omvang en kwaliteit) en Toekomstperspectief. De beoordeling geschiedt in vier categorieën: gunstig, matig ongunstig, zeer ongunstig en onbekend, waarbij het meest ‘sombere’ oordeel per aspect tevens het eindoordeel bepaalt. De onderliggende informatie is afkomstig uit het Netwerk Ecologische Monitoring (NEM). Het NEM is een samenwerkingsverband van overheden ten behoeve van de inwinning van natuurgegevens voor het beleid, waarbij de organisatie van vogelmeetnetten wordt uitgevoerd door Sovon. Behalve het NEM is ook gebruik gemaakt van informatie uit atlasprojecten (periodiek landsdekkend verspreidingsonderzoek).
De staat van instandhouding van de Fazant is beoordeeld als matig ongunstig vanwege een populatieafname van gemiddeld minder dan 1% per jaar sinds de periode 2000-2004. Dit is een relatief stabiele periode, kort nadat het uitzetten (bijzetten) van gekweekte vogels formeel werd beëindigd.
De staat van instandhouding van de Houtduif als broedvogel is beoordeeld als matig ongunstig vanwege een afnemende populatietrend. Voor de overwinterende populatie is die beoordeeld als zeer ongunstig vanwege een sterk afnemende populatietrend, een afnemende kwaliteit van het leefgebied en een matig ongunstig toekomstperspectief.
De staat van instandhouding van de Wilde Eend als broedvogel is beoordeeld als matig ongunstig vanwege een matige afname van de broedpopulatie, afname in de kwaliteit van het leefgebied en een matig ongunstig toekomstperspectief. Voor de doortrekkende en overwinterende populatie is de staat van instandhouding beoordeeld als zeer ongunstig vanwege een sterk afnemende populatietrend en een zeer ongunstig toekomstperspectief.
- Uitgever
- Sovon Vogelonderzoek Nederland (Nijmegen)
- Rapportnr
- 2022/22