RapportZenderonderzoek aan Visdieven en Noordse Sterns op broedeiland Stern in 2021

Download
Zenderonderzoek aan Visdieven en Noordse Sterns op broedeiland Stern in 2021
Omslag Zenderonderzoek aan Visdieven en Noordse Sterns op broedeiland Stern in 2021

In het broedseizoen van 2021 is er op broedeiland Stern (gelegen in de Eems nabij de Eemshaven Gr.) onderzoek gedaan aan Visdieven en Noordse Sterns. Onderwerpen van het onderzoek waren plaatstrouw en dispersie van de vogels die op het nieuwe eiland zijn gaan broeden, ruimtegebruik tijdens het foerageren en de voedselkeuze.


Het eerste deel van het onderzoek bestond uit het analyseren van de herkomst van de broedende Sterns op dit eiland. Hierbij is gebruikt gemaakt van de reeds beschikbare kleurringgegevens uit de al langer lopende RAS-projecten van Derick Hiemstra, aangevuld met aflezingen uit 2021. Net als in 2020 hadden de meeste in 2021 aanwezige geringde sterns het voorgaande jaar ook op eiland Stern gebroed. Tussen de Noordse Sterns zaten ook twee individuen afkomstig van Griend. Bij de Visdieven waren er ook immigranten uit andere delen van de Eems-Dollard en enkele van verder weg uit de Waddenzee.


In 2020 zijn eerste ervaringen opgedaan met zenderonderzoek om het ruimtegebruik van foeragerende Visdieven in kaart te brengen. Dit is in 2021 voortgezet door zes Visdieven te zenderen en tevens vier Noordse Sterns. Hierbij is er een ander type GPS-zender gebruikt dan in 2020, namelijk zenders voorzien van een zonnepaneel die draadloos en geautomatiseerd zijn uit te lezen met een in de kolonie geplaatste ontvanger. Deze zenders zijn door middel van een leg-loop tuigje op de ruggen van de vogels bevestigd. Op basis van de tracks van 2021 blijken Visdieven en Noordse Sterns heel vergelijkbaar te zijn in hun ruimtegebruik. Het grootste verschil tussen de soorten was dat Noordse Sterns gemiddeld minder vaak de Waddenzee op gingen dan de Visdieven en nog meer in de Eems zelf bleven. Beide soorten maakten in het broedseizoen maar weinig gebruik van de Noordzee. Binnen de Waddenzee en Eems-Dollard hadden ze beide een duidelijke voorkeur (meer zenderposities dan te verwachten op basis van het relatieve oppervlak) voor het habitattype ‘hoogdynamisch laag litoraal’. Dit zijn de randen van de grote geulen en de ondiepere vertakkingen hiervan. Visdieven vertoonden ook een voorkeur voor laag dynamische sublitoraal, maar Noordse Sterns niet. Dit is een sub-habitat dat meer aanwezig is in de Waddenzee dan in de Eems-Dollard.


Haringachtige vissen waren bij zowel Visdieven als Noordse Sterns de belangrijkste prooisoort, ongeacht de fase van het broedseizoen. Dit komt overeen met eerdere resultaten op basis van nestcamera’s in de Eemshaven en op broedeiland Stern. De analyse van de verzamelde poepmonsters, onder de verantwoordelijkheid van de Rijksuniversiteit Groningen, zal een aanvullend beeld geven van de soortendiversiteit in het dieet van beide soorten sterns en eventuele verschillen tussen 2020 en 2021.


Voortzetting van het zender- en voedselonderzoek in 2022 wordt ten zeerste aangeraden om de zeggingskracht van de steekproeven te vergroten en inzicht te krijgen in verschillen tussen jaren.

Uitgever
Sovon Vogelonderzoek Nederland (Nijmegen)
Rapportnr
2022/24