HandleidingHandleiding Nestonderzoek
Onderzoek naar de broedbiologie van vogels is broodnodig. Informatie over de reproductie is immers één van de belangrijkste factoren om populatieveranderingen bij broedvogels te verklaren en effecten van bijvoorbeeld terreinbeheer of klimaatverandering te meten. In Nederland was broedbiologisch onderzoek lange tijd een ondergeschoven kindje, op verschillende weidevogels, roofvogels en nestkastbewoners na. Op initiatief van Rob G. Bijlsma is Sovon in 1995 gestart met het Nestkaartenprogramma, bedoeld om van zo veel mogelijk soorten broedbiologische parameters te verzamelen. Dit gebeurt vaak in samenwerking met soortwerkgroepen. Het leidde tot een forse vermeerdering van kennis, al blijven bepaalde groepen, zoals zangvogels met open nesten, nog steeds onderbelicht. Inmiddels kunnen de gegevens zowel op papier worden aangeleverd als digitaal (met pc of app). Resultaten zijn verwerkt in allerlei publicaties en overzichten. Nesten zoeken en controleren is een delicate aangelegenheid. De veelgehoorde mening dat ‘een gevonden nest een verloren nest’ zou zijn, is in zijn algemeenheid onjuist. Door met grote voorzichtigheid te werk te gaan wordt het broedsucces niet nadelig beïnvloed, zo blijkt uit vele studies. Deze handleiding, gebaseerd op buitenlandse projecten en expertise van Nederlandse specialisten, geeft sturing aan het nestonderzoek. Het geeft onder meer belangrijke tips om verstoring van broedsels te vermijden, want het belang van de vogels staat voorop. Iedereen die met kennis van deze handleiding een of meer nesten wil volgen, kan meedoen aan het project. Registratie vooraf is nodig.
- Uitgever
- Sovon Vogelonderzoek Nederland (Nijmegen)