KerninformatieA041 Kolgans niet-broedvogel (Bouwsteen ten behoeve van het Strategisch Plan Natura 2000)

Deze bouwsteen richt zich op de Kolgans in de hoedanigheid van niet-broedvogel. De Kolgans is in ons land een doortrekker en wintervogel in zeer groot aantal. Daarnaast komt sinds 1980 een zeer kleine broedpopulatie voor, bestaande uit een mengeling van (nazaten van) losgelaten of verwilderde lokvogels en aangeschoten dieren. Deze zijn jaarrond aanwezig maar maken minder dan 1% uit van het aantal in de winter aanwezige vogels. Buiten het broedseizoen heeft de Kolgans een voorkeur voor open landschappen in het agrarisch gebied in combinatie met rustige slaapplaatsen op grotere wateren. De soort houdt zich overwegend op in cultuurgrasland en concentreert zich daar in groepen, vaak gemengd met andere ganzensoorten. Tevens wordt, in mindere mate, op akkers met oogstresten (suikerbieten, maïs) of wintergranen gefoerageerd. Elke winter komt meer dan driekwart van de broedpopulatie in NW-Rusland (de Noordzee-flyway) naar ons land om er de winter door te brengen. Nederland is voor de Kolgans dan ook een overwinteringsgebied van groot internationaal belang.