KerninformatieA053 Wilde Eend niet-broedvogel (Bouwsteen ten behoeve van het Strategisch Plan Natura 2000)

Deze bouwsteen richt zich op de Wilde Eend in de hoedanigheid van doortrekker en overwinteraar (‘niet-broedvogel’). De Wilde Eend is één van de talrijkste watervogels in Nederland en het gehele jaar aanwezig. Onze broedpopulatie wordt in het najaar en de winter aangevuld met vogels uit FennoScandinavië, de Baltische Staten en Noordwest-Rusland. De Wilde Eend is een habitatgeneralist, wat betekent dat ze niet kritisch is ten aanzien van het habitattype waarin ze leeft. Buiten het broedseizoen komt de Wilde Eend voor in zowel zoete als zoute wateren, variërend van estuaria tot kanalen en grachten in stedelijk gebied. De grootste aantallen worden aangetroffen in estuaria, op grote meren en plassen, langs rivieren en in moerasgebieden. In de nazomer foerageert de soort ook, soms in grote aantallen, ’s nachts op stoppelvelden. In stedelijk gebied verblijft de Wilde Eend vaak op plaatsen waar geregeld vogels worden gevoerd. Het dieet vertoont een grote verscheidenheid, buiten de broedtijd is zijn voedsel vooral plantaardig. De Nederlandse winterpopulatie maakt onderdeel uit van de Noordwest-Europese flyway-populatie. In Nederland verblijft in de winter 15-20% van de flywaypopulatie.