KerninformatieA068 Nonnetje niet-broedvogel (Bouwsteen ten behoeve van het Strategisch Plan Natura 2000)

Deze bouwsteen richt zich op het Nonnetje in de hoedanigheid van niet-broedvogel. De broedgebieden van deze eendensoort liggen in de noordelijke taigazone van Fenno-Scandinavië tot in Oost-Siberië. Het broedareaal breidt zich wat naar het zuiden uit met inmiddels geïsoleerde vestigingen zuidelijk tot Litouwen. In Nederland is het Nonnetje een echte wintervogel met de hoogste aantallen van begin december tot eind maart. In die periode vormen vissen ter grootte van 3-10 cm het stapelvoedsel, waarbij het aanbod aan prooien belangrijker is dan de vissoort. Sinds 2010 komen jaarlijks 1-6 paren in ons land tot broeden, met name in Friesland. Deze ontwikkeling zou passen in de zuidwaartse uitbreiding, maar het is niet zeker dat het om wilde vogels gaat. In Nederland overwintert 10-15% van de Noordwest en Centraal-Europese flyway-populatie.