KerninformatieA119 Porseleinhoen broedvogel (Bouwsteen ten behoeve van het Strategisch Plan Natura 2000)

Deze bouwsteen richt zich op het Porseleinhoen in de hoedanigheid van broedvogel. In Nederland wordt vooral in laagveenmoerassen en in jonge rietvegetaties gebroed, soms ook in hoogvenen. Als pionier kan het Porseleinhoen gebieden met gunstige omstandigheden snel koloniseren en daar soms hoge dichtheden bereiken. Onder ‘gunstige omstandigheden’ worden allerlei mozaïekpatronen met lage vegetaties verstaan, afgewisseld door kleinschalig ondiep open water en kale plekken in de vegetatie. Daar wordt het voedsel bij elkaar gescharreld, dat vooral bestaat uit aquatische insecten(larven), slakken, jonge scheuten, wortels en zaden van waterplanten. Onze broedvogels arriveren vooral in april uit de Afrikaanse wintergebieden en zijn vooral de eerste weken na aankomst vocaal actief. Hoewel de zwiepende baltsroep ver draagt zijn ze als uitgesproken nachtvogel lastig te inventariseren. Vanaf augustus vertrekken onze broedvogels naar de winterkwartieren die waarschijnlijk in zuidelijk en oostelijk Afrika liggen. In Nederland broedt ongeveer 0,5% van de Europese (minus Russische) broedpopulatie.