KerninformatieA141 Zilverplevier niet-broedvogel (Bouwsteen ten behoeve van het Strategisch Plan Natura 2000)

Deze bouwsteen richt zich op de Zilverplevier in de hoedanigheid van niet-broedvogel. Zilverplevieren worden het hele jaar in de Nederlandse kustgebieden aangetroffen, met de hoogste aantallen tijdens de doortrekperiode in augustus-november en mei. De rui-, doortrek- en overwinteringsgebieden van de Zilverplevier omvatten vrijwel uitsluitend zoutwatermilieus. Zilverplevieren zijn hier sterk gebonden aan wadplaten en het voorkomen is dan ook geconcentreerd in de Waddenzee en delen van het Deltagebied. De Zilverplevier foerageert op bodemfauna en eet vooral zeeduizendpoten en in mindere mate andere soorten wormen en wadslakjes. De soort gebruikt gemeenschappelijke hoogwatervluchtplaatsen in open, vlakke en schaars begroeide terreinen nabij de voedselgebieden, zoals kwelders en schorren, zandplaten, stranden en inlagen en soms dammen van landaanwinningswerken. De in Nederland doortrekkende en overwinterende vogels maken deel uit van de West-Siberische/West-Europese & West-Afrikaanse Flyway, deze omvat broedvogels uit Noordoost-Canada en arctisch Rusland oostelijk tot het Taimyr-schiereiland. In Nederland verblijft buiten de broedtijd ca. 15% van de flyway-populatie.