KerninformatieA153 Watersnip broedvogel (Bouwsteen ten behoeve van het Strategisch Plan Natura 2000)

Deze bouwsteen richt zich op de Watersnip in de hoedanigheid als broedvogel. Het broedareaal strekt zich uit van Noordwest-Europa tot Oost-Siberiƫ. Nederlandse broedvogels overwinteren langs de Atlantische kusten van Engeland tot Marokko. In Nederland wordt gebroed in allerlei open natuurterreinen met plasdras waaronder hoogveengebieden, veenmosrietlanden, gemaaide rietlanden en in beekdalen. In afnemende mate wordt ook genesteld in natte tot vochtige graslanden in agrarisch (natuur)beheer voor zover die zwak tot matig eutroof zijn. Ondanks een voorkeur voor open landschappen worden terreinen met verspreide bomen of struiken niet gemeden. Het hoofdvoedsel bestaat uit onder het bodemoppervlak levende wormen, insectenlarven en andere ongewervelden die bijeen worden gescharreld in ondiepe greppels, langs slikranden en in tot 10 cm diep water. In Nederland broedt minder dan 0,1% van de Europese populatie.