KerninformatieA195 Dwergstern broedvogel (Bouwsteen ten behoeve van het Strategisch Plan Natura 2000)

Deze bouwsteen richt zich op de Dwergstern in de hoedanigheid van broedvogel. De Dwergstern is voornamelijk van april tot juli in ons land te vinden en dan voornamelijk in het Waddengebied en de Zuidwestelijke Delta, hoewel er recentelijk ook enkele tientallen paren in natuurontwikkelingsgebieden in het IJsselmeergebied broeden. De Dwergstern broedt soms alleen of met slechts enkele paren bij elkaar, maar zijn vaak te vinden in kolonies van enkele tientallen tot ruim honderd broedparen. De Dwergstern is een echte pionierssoort die op zeer kale gronden broedt, van zand- en schelpenstranden tot schaars begroeide delen van kwelders en schorren. De soort foerageert het liefst dicht bij de kolonie op vis als haring en zandspiering, incidenteel op garnalen en kleine krabben. Na de broedtijd vertrekken de meeste Nederlandse Dwergsterns naar de kusten van West-Afrika, hoewel kleinere aantallen ten noorden van de Sahara blijven hangen. In Nederland broedt ca. 4-5% van de geschatte Europese broedpopulatie.