KerninformatieA233 Draaihals broedvogel (Bouwsteen ten behoeve van het Strategisch Plan Natura 2000)

Deze bouwsteen richt zich op de Draaihals in de hoedanigheid van broedvogel. Onze broedvogels zijn zomervogel die rond half april terugkeren uit de overwinteringsgebieden in het westelijke mediterrane gebied, Noordwest-Afrika of de Sahel. In Nederland is sprake van geïsoleerde broedgebieden op de Veluwe en in delen van Drenthe, waar ze tegen eerdere verwachtingen in stand weten te houden. Het broedhabitat omvat vooral heidevelden en kaalkappen met zandige plekken of schrale vegetaties op zeer voedselarme zandbodems. Tot op enkele honderden meters afstand van de nestboom wordt op schaars begroeide plekken gefoerageerd op mieren en hun broed. Vaak wordt genesteld in een oude spechtenhol in een berk, maar ook andere holten waaronder nestkasten worden geaccepteerd. Het leefgebied van deze soort is heel gevoelig voor stikstofdepositie. In Nederland broedt minder dan 0,1% van de Europese broedpopulatie.