KerninformatieA050 Smient niet-broedvogel (Bouwsteen)

Deze bouwsteen richt zich op de Smient in de hoedanigheid van niet-broedvogel. In Nederland is de soort vooral in de winter aanwezig, maar kleine aantallen (hooguit enkele tientallen paren) broeden ook in ons land. De wintervogels arriveren grotendeels in september en oktober, en zijn vooral afkomstig uit Scandinavië en West-Rusland. Met name in het najaar en eerste deel van het winterseizoen is de Smient veel te zien in estuaria en getijdengebieden. Daarna zoekt de soort steeds meer het open agrarische gebied in het binnenland van vooral Laag-Nederland op. Smienten rusten hier grotendeels overdag op vaarten, plassen en meren, en vliegen dan ’s avonds bij het invallen van de duisternis naar de voedselgebieden in cultuurgrasland. De Smient is een grondeleend die niet duikt en als zodanig gebonden is aan ondiepten, oeverzones en aangrenzende landerijen. Ze hebben grotendeels een vegetarisch dieet en grazen zowel op de kant als in ondiep water. De in ons land overwinterende Smienten worden tot de Noordwest-Europese flyway-populatie gerekend, waarvan in Nederland in de winter ca. 70% verblijft. Nederland is dus van groot internationaal belang als overwinteringsgebied voor Smienten.