KerninformatieA072 Wespendief broedvogel (Bouwsteen)
Deze bouwsteen richt zich op de Wespendief in de hoedanigheid van broedvogel. Begin mei arriveert deze middelgrote roofvogel uit de overwinteringsgebieden in equatoriaal West-Afrika in Nederland om zich in een bosrijk gebied te vestigen. Daar leidt de soort een onopvallend bestaan en het nest is bijzonder moeilijk te vinden. Met name de vrouwtjes vliegen bij het zoeken van voedsel grote afstanden, tot soms tientallen kilometers van het nest. De jongen worden hoofdzakelijk gevoerd met larven en poppen van sociaal levende wespen. Volwassen vogels voeden zich ook met gewervelde dieren, waaronder amfibieƫn en jonge vogels. Ongeveer de helft van de territoriale vogels gaat niet tot broeden over. De paren die dat wel doen beginnen meestal rond eind mei met de eileg. Rond half augustus vliegen de jongen uit, waarna de volwassen vogels snel vertrekken naar de Afrikaanse overwinteringsgebieden, de jongen volgen iets later. Waarschijnlijk blijven jonge Wespendieven hun eerste 2-3 levensjaren in Afrika. In Nederland broedt minder dan 1% van de Europese broedpopulatie.