KerninformatieA084 Grauwe Kiekendief broedvogel (Bouwsteen)
Deze bouwsteen richt zich op de Grauwe Kiekendief in de hoedanigheid van broedvogel. Het is de kleinste en slankste van de vier in Nederland voorkomende kiekendieven. Vanaf eind april arriveren ze uit de Afrikaanse overwinteringsgebieden om te broeden in grootschalige akkergebieden in vooral NO-Groningen en Flevoland. In de loop van augustus vertrekken ze weer. Rond 1900-1930 broedden in Nederland nog 500-1.000 broedparen in hoogveen-, heide- en duingebieden en in grote moerassen. Door ontginning en ontsnippering van deze natuurlijke broedgebieden namen ze geleidelijk af, en versneld na de jaren vijftig. De dreigende teloorgang werd afgewend door een toevallige EU-maatregel waarin in het begin van de jaren negentig een grote oppervlakte landbouwgrond in vooral het Gronings Oldambt braak werd gelegd. Deze muizenrijke gebieden luidden het herstel in. In Nederland broedt ongeveer 0,2% van de Europese (exclusief Russische) broedpopulatie.