KerninformatieA144 Drieteenstrandloper niet-broedvogel (Bouwsteen)
Deze bouwsteen richt zich op de Drieteenstrandloper in de hoedanigheid van niet-broedvogel. In Nederland is deze soort een doortrekker en wintergast, ze broeden in hoog-arctische toendra’s in Groenland, Noordoost-Canada en mogelijk Siberië. In de winter zijn ze veelal te vinden langs de zandstranden van de Noordzeekust, waar ze als kenmerkende witte bolletjes de oplopende en wegtrekkende golven volgen waar ze foerageren op aangespoelde schelpdieren. Andere voedselbronnen zijn wormen (o.a. Gemshorenworm), strandvlooien, kleine kreeftachtigen, kleine garnalen, insecten en zelfs aas. De soort foerageert in kleine groepjes van enkele tientallen exemplaren, veelal langs de vloedlijn. Drieteenstrandlopers rusten vaak nabij hun foerageergebied in hetzelfde biotoop, maar ook kustlocaties met een slikkige of stenige ondergrond in de schaduw van primaire duintjes. Ze maken minder gebruik van op gezamenlijke hoogwatervluchtplaatsen zoals vele steltlopers. Op doortrek komt de soort incidenteel voor in waterrijke gebieden in het binnenland. In Nederland verblijft in de winter 5-7% van de Oost-Atlantische flyway-populatie.