KerninformatieA147 Krombekstrandloper niet-broedvogel (Bouwsteen)

Deze bouwsteen richt zich op de Krombekstrandloper in de hoedanigheid van niet-broedvogel. De Krombekstrandloper is in Nederland een schaarse doortrekker, met name aan het einde van de zomer en begin najaar. In het voorjaar (mei) is het aantal door de dan oostelijker gelegen trekroute veel kleiner. Het grootste aantal bevindt zich in de Waddenzee langs de Friese vastelandskust en dan met name in het gebied Westhoek en Zwarte Haan. Kleinere dichtheden worden geteld langs de Groninger vastelandskust, in de Dollard, op Griend en op Balgzand. Ook in de zoute delen van het Deltagebied is de Krombekstrandloper schaars. Tijdens laagwater foerageren ze op de platen, met name daar waar het wad wat modderiger is, en hier wordt gefoerageerd op soorten als Slijkgarnaal en Veelkleurige Zeeduizendpoot. Het aantal Krombekstrandlopers in het Nederlandse deel van de Waddenzee nam vanaf de eeuwwisseling toe, waarbij het belang van het Duitse deel juist afnam. De laatste jaren laat de soort wel weer een afname zien, ondanks sterke jaarfluctuaties in aantallen. In Nederland verblijft gedurende de trekperiode 1-2% van de flyway-populatie.