KerninformatieA199 Zeekoet niet-broedvogel (Bouwsteen)

Deze bouwsteen richt zich op de Zeekoet in de hoedanigheid van niet-broedvogel. Deze soort is bijna het gehele jaar door op grote delen van de Noordzee te vinden. Jonge dieren komen vanuit de kolonies in Groot-Brittanniƫ in de zomer al naar het Nederlands Continentaal Plat. Daar zijn jaarrond ook de grootste concentraties te vinden. In het najaar en gedurende de winter nemen de aantallen geleidelijk toe om te pieken in februari. Vooral in november duikt de soort ook op in de kustwateren. Zeekoeten eten vooral rondvis. In het broedseizoen zijn Zeekoeten voedselspecialisten en voeren ze hun jongen in de kolonies vooral kleine haringachtigen en zandspieringen. Het (vissen)voedsel wordt duikend bemachtigd. In Nederland verblijft in de winter 2-3% van de flyway-populatie.