Rapport25 jaar bescherming zwarte stern 1998 - 2022
Het is 25 jaar geleden dat de Agrarische Natuurvereniging De Utrechtse Venen (gelijk met haar oprichting) een werkgroep startte om de zwarte stern meer kansen te geven in het agrarisch gebied van de vereniging. Doel was en is nog steeds om de zwarte stern duurzaam te behouden als algemene broedvogel in het veenweidengebied van Noordwest- Utrecht. Die 25 jaar zijn iets om even bij stil te staan. We kunnen zeggen dat we de zwarte stern als kensoort voor het Noordwest-Utrechtse veenweidegebied op de kaart hebben gezet. Landelijk is de soort vanaf begin jaren tachtig (start Sovon-tellingen) met rond 1.250 broedparen min of meer gelijk gebleven, maar dat geldt niet voor de provincie Utrecht. In landelijke overzichten werd Utrecht rond 2000 niet of nauwelijks genoemd. Van Dijk12 komt in 1982 voor Wilnis, Mijdrecht en Kamerik uit op circa twintig broedparen. Een telling in opdracht van de provincie Utrecht in 199113 leverde 42 - 59 broedparen op, met een enkele kolonie gemist in niet getelde gebieden. Van die 42 - 59 paren broedden er 32 - 37 in Demmerik, waar toen al agrariërs en SBB op beperkte schaal actief waren met beschermingsmaatregelen. Hoe anders is het nu. De Sovon14 monitoring 2022 telde 1.245 broedparen, waarvan dus 271 (22 procent) in het werkgebied van agrarisch collectief BoerenNatuur Rijn, Vecht & Venen. In het agrarisch gebied van Noordwest- Utrecht broeden nu een kleine vijftig procent meer zwarte sterns dan in 1968 - 1970, toen de soort voor het eerst in ons werkgebied werd geïnventariseerd15 en men inclusief Blokland uitkwam op 185 broedparen. De totalen in Nederland mogen dan niet zijn toegenomen, ons aandeel daarin duidelijk wel.
- Uitgever
- Boerennatuur Rijn, Vecht en Venen