RapportBroedvogels van de westelijke Lingeoevers, het Lingebos en Beesdseveld in 2024

In 2024 is het westelijke deel van de Lingeoevers, het Lingebos en Beesdseveld (in totaal 479,4 ha) in opdracht van Staatsbosbeheer gekarteerd op broedvogels. De Lingeoevers bestaan voornamelijk uit een afwisseling van broekbos en laagdynamisch moeras, het Lingebos is jong, aangeplant loofbos en het Beesdseveld bestaat uit verspreide bospercelen, verruigd grasland en een oude eendenkooi. In het hele gebied zijn vijf integrale inventarisatiebezoeken gebracht, waarbij 18,2 min/ha is besteed aan veldwerk. In totaal werden 78 soorten vastgesteld als broedvogel, waarvan er 70 integraal zijn gekarteerd. Van de soorten staan er 11 op de Rode Lijst van kwetsbare en bedreigde soorten, waaronder vijf als kwetsbaar en zes als gevoelig. Dichtheden van sommige moerasvogels, zoals de Bosrietzanger en Cetti’s Zanger zijn hoog langs de westelijke Linge. Ten opzichte van eerdere karteringen variëren in dit biotoop de ontwikkelingen sterk tussen de soorten. Vogels die aan bos gebonden zijn profiteren op allerlei plekken in het gekarteerde gebied van bosveroudering en extensief onderhoud: spechten en Boomklevers zijn bijvoorbeeld toegenomen. Langs de Linge zijn enkele terreinen met extra kwetsbare soorten of situaties te vinden. Het gaat dan om kolonies van de schaarse Purperreiger en om een hoge dichtheid van weidevogels op het schiereiland bij Gellicum. LET OP: in deze versie van het rapport zijn geen gedetailleerde kaarten met territoriumstippen opgenomen vanwege kwetsbare soorten en situaties.