KerninformatieA156 Grutto broedvogel (Bouwsteen)

Deze bouwsteen richt zich op de Grutto in de hoedanigheid van broedvogel. Het broedgebied omvat de noordelijke helft van Europa tot diep in Rusland. In Nederland wordt vrijwel uitsluitend in agrarische, bij voorkeur extensief gebruikte graslanden gebroed. Tot ver in de vorige eeuw nestelden Grutto’s ook in natte heidevelden, hoogveengebieden en beekdalen, vaak koloniegewijs. Sinds de jaren veertig, ten tijde van de beginnende intensivering van agrarische graslanden, is de Grutto gaan toenemen tot een piek rond 1965. Sindsdien is er een continue afname, waarbij ook steeds meer broedgebied wordt prijsgegeven. De belangrijke (maar slinkende) concentraties zijn nog te vinden in de veenweidegebieden van Friesland, Noord-Holland, het Groene Hart en in de IJsseldelta. Het menu van volwassen vogels omvat met name regenwormen en andere bodemdieren zoals emelten. De kuikens eten vooral ongewervelden die in grasvegetaties worden bemachtigd. Zowel bij aankomst in het voorjaar als direct na de broedtijd drommen onze broedvogels samen in natte natuurgebieden en op plasdras in agrarisch gebied om gezamenlijk te rusten en te foerageren. In de loop van de zomer vertrekken ze naar de overwinteringsgebieden op het Iberisch schiereiland en West-Afrika. Tussen half februari en half maart keren ze weer terug. In Nederland broedt meer dan 80% van de West- Europese/Noordwest- en West-Afrikaanse flyway-populatie (ondersoort limosa). In de winter en doortrekperiode treffen we soms ook IJslandse Grutto’s aan. Dit zijn vogels van de ondersoort islandica, die vooral op IJsland broeden.