RapportVogelrichtlijnrapportage 2019- 2024 van Nederland status en trends van soorten

Alle EU-lidstaten zijn verplicht om uiterlijk 31 juli 2025 hun nationale Vogelrichtlijnrapportage (Artikel 12) over de periode 2019-2024 in te dienen bij de Europese Commissie. Deze rapportage wordt gebruikt om de voortgang van de uitvoering van de Vogelrichtlijn te volgen. Behalve een rapportage met algemene informatie over hoe de Vogelrichtlijn nationaal wordt toegepast (Part A), moet ook specifieke informatie over de populatiestatus (dat wil zeggen trends in aantal en verspreiding) van alle broedvogels en een set van doortrekkende of overwinterende vogelpopulaties worden ingevuld: populatieschattingen, aantalsontwikkeling, verspreiding, drukfactoren, bedreigingen en beschermingsmaatregelen (Part B). Het betreft een selectie van vogelsoorten, namelijk alleen de geregeld in Nederland broedende, trekkende en overwinterende vogelsoorten. Soorten die meer incidenteel of slechts in laag (en/of variabel) aantal voorkomen vallen hier niet onder. In dit rapport worden de werkwijze en resultaten van de Nederlandse Vogelrichtlijnrapportage gegeven voor het Part B-deel: status en trends van soorten, exclusief het onderdeel Progress in work related to international Species Action Plans (SAPs), Management Plans (MPs) and Brief Management Statements (BMSs)). Omdat alle van nature in het wild voorkomende vogelsoorten beschermd zijn door de Vogelrichtlijn, zijn naast gegevens over de soorten die aan de Europese Commissie moeten worden gerapporteerd, ook gegevens opgenomen over de status van alle andere vogelpopulaties die in meer dan incidentele mate in Nederland voorkomen. Een samengevat overzicht van de resultaten is opgenomen in de bijlage.